Met Pasen zijn de engelen daar weer!
Met Pasen komen toch niet de engelen, maar wel de klokken terug uit Rome. En dat klopt, want we hebben de klokken drie dagen niet meer horen luiden en hoe kunnen anders al die paaseieren weelderig in de tuin gegooid worden. Wat was ons kinderlijk Rooms geloof toch eenvoudig en verstaanbaar. Eens we wat ouder werden, zei ons verstand dat het zo niet in zijn werk ging. Denk nu niet dat we als volwassenen het allemaal wel verstaan. "Geloof" en "verstaan" zijn twee aparte werelden. Ook met Pasen gebeurt er iets dat ons logisch verstand te boven gaat. Opmerkelijk is dat er op zo'n cruciale momenten telkens engelen uit de hemel komen om ons een en ander te vertellen.
Naargelang de verslaggever van dienst waren er met Pasen één of twee engelen aanwezig bij het lege graf. Bij Marcus, de soberste der evangelisten, is die engel reeds aanwezig wanneer de vrouwen bij het graf toekomen. Bij Matteus gaat het er wat theatraler aan toe, want daar ontstond een aardbeving toen de engel, stralend als een bliksemschicht, uit de hemel neerdaalde en de steen wegrolde. Bij Lucas en Johannes zijn er telkens twee engelen, in wit gewaad. En allemaal zeggen ze, zoals dat bij engelen steeds het geval is, "vrees niet', wees niet bang.
Waarom zouden de vrouwen bij het graf bang geweest zijn? De reden daarvoor ligt voor de hand. Jezus was op vrijdag aan het kruis gestorven en in het graf neergelegd. Voor de ingang van het graf werd een zware steen gerold. Toen de vrouwen op zondagochtend naar het graf kwamen, was niet alleen die immens zware steen weggerold, het graf zelf was leeg. Had men het lichaam van Jezus geroofd? Dat lijkt nogal onwaarschijnlijk, want men had wachters aan het graf geplaatst die pas bij het zien van de engelen wegvluchtten. Of hadden de Romeinen en de farizeeërs voordien het graf leeggemaakt uit schrik dat het een bedevaartsoord zou worden? Maar de impact van Jezus binnen dat groot Romeins imperium was op dat moment nog verwaarloosbaar.
Het enige wat we uit de evangelies weten, is dat het graf ondanks de zware steen en de wachters, leeg was en dat er één of twee engelen aan dat graf zaten. Er moet dus iets bovennatuurlijks gebeurd zijn. En dan komen er telkens engelen uit de hemel om ons iets duidelijk te maken. Dat mocht Maria al ondervinden toen de engel Gabriël haar kwam vertellen dat ze zwanger zou worden door toedoen van de Heilige Geest. Toen Jozef haar wilde verstoten omdat ze zwanger was van ‘Iemand’ anders, kwam er in zijn droom een engel die hem toch maar op andere gedachten bracht. En met Kerstmis stond er plots in het open veld een engel in glorierijk licht om de herders op de hoogte te brengen dat God geboren was. In de literatuur zou men het gebruik van die engelen als een literair motief omschrijven dat de auteur in die omstandigheden inzet.
Hebben de leerlingen van Jezus, de apostelen en de vrouwen, gezien hoe Jezus uit de doden is opgestaan? Hebben ze Hem zien verrijzen? Neen. Het enige dat ze hebben gezien, is een leeg graf. Daar moeten we het als gelovigen mee stellen. En toch is dat lege graf, zoals diaken Luk Thomas van de Emmausparochie het vorig jaar met Pasen zo treffend verwoordde, juist de ruimte voor geloof. Net zoals we geloven dat die bovennatuurlijke God op Kerstmis op onze menselijke wereld is gekomen, zo geloven we dat Jezus die zowel God als mens was, met Pasen verrezen is, ook al hebben we enkel een leeg graf dat in de werkelijkheid niets bewijst. Maar juist omdat het niets bewijst, aldus nog Luk Thomas, vormt het de ruimte voor het geloof.
Er is buiten de evangelies geen enkele historische bron die over de verrijzenis van Jezus bericht heeft. Geloven is daarom vertrouwen in datgene wat we met ons menselijk verstand niet kunnen uitleggen of bewijzen, maar dat ons toch een betekenisvol antwoord geeft op de vragen waarom wij hier als mens zijn.
Het geloof in de verrijzenis is daarenboven een teken van hoop. Ons bestaan op aarde is eindig. Dat is de wet van de natuur. Maar is het leven, wanneer we sterven en begraven worden, dan definitief gedaan? Als christenen voelen wij het einde van het aardse leven zo niet aan. We hebben door het lege graf een teken gekregen dat er een perspectief is op een eeuwig leven.
Hoe dat eeuwig leven eruit ziet, kunnen we ons als mens niet voorstellen. En toch willen we daar voortdurend over spreken. De mens is nu eenmaal een ‘taaldier’ met een aangeboren taalvermogen. We creëren verhalen en voorstellingen. We maken er iets mooi van zoals we Jezus meestal met lang mooi gekamd haar voorstellen. Ook al kunnen al die menselijke voorstellingen niet aan de werkelijkheid beantwoorden, het wil niet zeggen dat ze geen betekenis kunnen hebben voor de mens.
Met Pasen vieren we - net zoals met Kerstmis - in aanwezigheid van de engelen dat er meer is dan onze aardse realiteit. Met de verrijzenis vieren we tevens de overwinning op de dood. We krijgen een hoopvol perspectief op een eeuwig leven ook al kunnen we ons als mens dat alleen maar proberen voor te stellen. Maar vrees niet, want wanneer er engelen in de buurt zijn, gebeurt er altijd iets goed. En finaal zijn het toch de engelen die ons ooit zullen begeleiden naar het paradijs!
Marc Van Kerchove