GEBED VAN DE WEEK
Hoeveel
(bij Marcus 12, 38-44)
Gij zijt wel erg duidelijk, Jezus,
en veeleisend, lijkt me.
Hoeveel deel ik van mijn bezit,
hoeveel middelen, hoeveel tijd?
En wat met de toekomst,
een appeltje voor de dorst?
Ik probeer te verstaan wat Gij bedoelt
in deze tijd, in deze wereld.
Ik heb soms het gevoel
dat ik sjacher met U.
Maar alles,
is het dat wat Gij vraagt?
Of gaat het om mijn tijd
die ik geef voor U
en aan degenen die veel moeten missen?
Wilt Gij misschien zeggen dat ik
niet alsmaar meer voor mezelf moet leven,
niet alsmaar meer moet bezitten?
Gaat het om ‘tevreden’ kunnen zijn
en niet altijd weer te (be)rekenen?
Jezus,
help mij
om mijn eigen denken los te laten,
om U te leren volgen.
Zonder iemand tekort te doen
tot het wel eens pijn doet.
Wies Merckx