Stil Hoekje

Vijfde paaszondag 

Een visioen
De beeldspraak van de wijnstok en de ranken komt niet zomaar uit de lucht vallen. In veel teksten van O.T. lezen we erover. Noah die moest herbeginnen, werd landbouwer en legde als eerste een wijngaard aan…en zoveel meer. In het Hooglied tenslotte wordt de wijngaard symbool voor de geliefde: hij is door de zon gekleurd en hij bloeit en geurt voor haar bruidegom.

Toekomst is mogelijk
De wijnstok is vanaf het begin het onweerlegbare teken dat toekomst mogelijk is en de nieuwe aarde bereikbaar. Maar in al die verhalen komt wel naar voren dat de zorg van de wijnbouwer voor zijn wijngaard niet een strikt zakelijke moet zijn. Hij moet ook betrokkenheid tonen en liefde en gevoel hebben voor de wijngaard.

Beeld van God
De intieme en zorgvolle relatie tussen de wijnbouwer en zijn wijnstokken is voor de profeten het meest volkomen beeld van de manier waarop God omgaat met zijn volk, met Israel, de wijngaard. Hij wordt echter meer dan eens teleurgesteld. De wijngaard brengt soms in plaats van druiven wilde bessen voort. De profeten wijten dat aan slechte beheerders van de wijngaard. Toch wordt steeds vastgehouden aan het visioen van een nieuwe, veel vruchten voortbrengende wijngaard.

Liefde voor alles
De gemeente van Johannes had het hard te verduren en in hun beproeving en wanhoop vinden zij hun levensgrond in Jezus die zij laat zeggen:‘ Ik ben de wijnstok!’. Hij is de stam en geen rank kan het uithouden zonder hem. Hij brengt leven en wie zichzelf van hem afsnijdt , verdort. Wie aan Hem blijft vasthouden, wordt vruchtbaar.

Verbondenheid
Het gaat om gemeenschap. De verbondenheid met Jezus is de levensstreng, maar het gaat om meer. Wat uit de wijnstok in de ranken stroomt en hen in leven houdt, is de liefde. De ‘ik -ben’ woorden zijn altijd verbonden met wat Jezus doet. ‘Ik ben’ wil hier zeggen: aanwezig zijn, begaan zijn, er zijn. ‘Zijn’ is functioneren, handelen, naar iemand toe zijn, er zijn voor jou, betrokken zijn, gevoeld en gekend worden. Zijn is bestaan.

Sluiten anderen in
Ik ben…er volgt altijd een ‘jullie’. Jullie zijn de ranken en zullen vrucht dragen. Om vruchtbaar te zijn moet er wel gesnoeid worden. Dat kan pijnlijk zijn, maar het is onmisbaar. Hoe meer er gesnoeid wordt, des te meer levend en krachtiger de ranken. De leerlingen worden gesnoeid door Jezus’ woord dat hen oproept te groeien en stand te houden in de beproevingen.

Een levende, onverbrekelijke relatie
tussen Jezus en zijn leerlingen. Tegelijk doet de ‘ik -ben’ formule ook denken aan het antwoord van God aan Mozes op de vraag naar de naam en geeft zo de goddelijke identiteit aan van Jezus. Al met al wil Johannes met deze ‘ik -ben’-woorden de hoorders tot geloof brengen. Hij voert hen binnen in het koninkrijk van God.
 

Amand De Cock, pr.
 

Zoeken